Sluitertijd

Dit blog is verhuisd en kun je vanaf heden volgen via deze link


Dit blog wordt niet meer aangevuld en wordt binnenkort  verwijderd.
















Bij het stukje over het diafragma schreef ik over de 3 componenten waardoor je in staat bent de juiste belichting voor je foto in te stellen :

  • Diafragma ( hoeveel licht valt er op de sensor)
  • Sluitertijd ( hoe lang valt het licht op de sensor)
  • Iso - waarden ( de gevoeligheid)

In tegenstelling tot het diafragma wat zich in  het objectief bevind, wordt de sluitertijd vanuit de body van de camera geregeld.
In de body van de camera zit de spiegel en daarachter de sluiter die bestaat uit twee "gordijntjes".
Met het instellen van de sluitertijd bepaal je hoe lang het licht op de sensor van je camera valt.
Wanneer je op de ontspanknop van je spiegelreflexcamera drukt om een foto te maken, gaat de tijd dat de sensor wordt belicht in. Eerst klapt de spiegel omhoog en vervolgens openen de zgn. gordijntjes zich om het licht op de sensor te laten vallen die direct achter de gordijntjes zit.

De tijd  dat de sluiter geopend is en het licht op de sensor valt is de sluitertijd en is het zaak om je camera stil te houden om onbedoeld bewogen foto's te voorkomen.




De reeks getallen ( oftewel stops) ziet er als volgt uit:
  2", 1", 1/2, 1/4, 1/8, 1/15, 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500, 1/1000, 1/2000, 1/4000, 1/8000
Een getal met " erachter ( 1ste en 2de getal in de bovenstaande reeks) geeft  hele secondes aan. De getallen met de breuklijn worden zonder 1/ weergegeven op je display en geven delen van een seconden aan.
Het is dus belangrijk om goed op te letten wat er op je LCD scherm staat. Is dat 8" of is dat 8 ( hetgeen dus 1/8 deel van een seconde is).

Zoals scherptediepte in je foto samenhangt met het diafragma, zo hangt bewegingsonscherpte samen met de sluitertijd.

Gebruik je een snelle sluitertijd dan kan je een bewegend onderwerp "stilzetten". In fotografische termen noemen we dat bevriezen. Je ziet dat veel in de sportfotografie. Gebruik je een langzame sluitertijd dan kan je je onderwerp beweging meegeven, waardoor je foto dynamiek krijgt. Deze techniek zie je veel terug in landschapsfotografie bij opnames van o.a.water. Bij een waterval een snelstromende rivier zal het water als een zachte sluier op de foto verschijnen. 
Cascade bij Chalain, langzame sluitertijd
Sluitertijd is 3.0 sec.

Een kortere of langere sluitertijd zal je moeten compenseren door verandering in het diafragma aan te brengen om een over- of onderbelichte foto te voorkomen.

Ga je een stilleven fotograferen zoals een beeld of een bloemstuk dan maakt het niet uit met welke sluitertijd je fotografeert. Dat kan 1/125 zijn of 1/2000, het bloemstuk of beeld komt toch niet in beweging. De enige invloed die het heeft is dat van de sluitertijd op het diafragma.
Macro Gerbera


Als je uit de hand fotografeert is het dan wel van belang dat de sluitertijd boven een bepaalde grens blijft om onbedoelde bewegingsonscherpte te voorkomen. Een vuistregel voor het uit de hand nemen van foto's, is dat de belichtingstijd in seconden korter moet zijn dan 1 gedeeld door het brandpuntsafstand van de lens. 
Dus fotografeer je met een lens van 200mm zal de sluitertijd 1/200 of korter moeten zijn.
Ben je gedwongen een langere sluitertijd gebruiken, bijv. bij nachtopnames, is het statief een uitkomst.

Wil je meer weten over belichtingstechnieken en beter leren fotograferen? Misschien is deze workshop fotografie dan wel iets voor jou.

Geen opmerkingen: